Hoofdstuk 3:
Hoofdstuk 4:
Een volgende bron van veel narigheid, daar hebben we het al eerder en vaak over gehad, gaan we nu illustreren in de volgende paragraaf:
Patwendingen
Alweer, zult u zeggen, maar het is niet anders en ik garandeer u, dat er weer de nodige tragi-komische noten aan zitten te komen en dat er veel fun is te beleven.
Voor sommige schakers gaat het hier om absolute hoogtepunten, voor andere is het alleen maar goedkope scherts en luim. Helemaal begrijpen doe ik dat laatste echter niet echt, want ook in de toch zeer serieus te nemen literatuur op het gebied van kunsteindspelen wordt er veel aandacht aan geschonken en er bestaat zelfs een boek van Yuri Akobija met 4432 eindspelstudies met pat.
De echte liefhebbers weten nu dus, bij wie ze terechtkunnen.
Zelf gaat mij zo'n recordpoging te ver, maar leuk vind ik het onderwerp wel en dus komt dit thema ook bij mij in vrijwel alle soorten eindspelen en in allerlei variaties terug. Maar 4432 stuks op een rij, neen, dat houd ook ik niet vol!
In deze paragraaf volg ik weer de gebruikelijke weg van weinig naar steeds meer materiaal. We houden het eerst nog eenvoudig en branden in aansluiting op het voorgaande los met enkele stellingen van toren + 1 pion tegen toren, te beginnen met stelling H04-1.
Zo moeilijk kan het al zijn met maar een pion op het bord. Volgende keer gaan we kijken naar stellingen met toren alleen tegen toren + twee pionnen. Als die twee pionnen ook nog verbonden zijn, is het natuurlijk bijna altijd gewonnen. Zoals gezegd, dat komt de volgende keer aan de beurt.